 | De schilderingen in het prentenboek 'Als ik de wereld kon maken' zijn zo krachtig, dat het lijkt of ze uit het keurslijf van de kaft willen breken. Hoewel het boek al een royaal formaat heeft, voel je steeds de neiging het opengeslagen op een kast te zetten om de afbeeldingen als echte schilderijen de ruimte te geven en op je te laten inwerken.
Zoals de tekening waarop een kleine jongen met zijn armen wijd op de rand van een berg balanceert. Achter hem komt de zon op, als een enorme rode bal. Je kunt dat beeld ook anders bekijken, alsof het jochie de zon zojuist de lucht in heeft geschopt. Die interpretatie sluit aan op het verhaal van Susie Morgenstern.
De jongen weet niet wat hij later wil worden, tot hij het op een ochtend duidelijk voor zich ziet. ,,Ik zou graag de zon elke morgen een zetje willen geven om hem een eindje op weg te helpen", zegt hij. De golven van de zee zou hij hoger willen opstuwen ,,zodat hun muziek nog mooier klinkt." Hij wil zieken genezen, doden tot leven wekken, oorlogen stoppen, boeven vangen en er altijd voor iedereen zijn.
Die opsomming van goede daden klinkt nogal zoetsappig. En de onverwacht nuchtere conclusie roomt het verhaal wel af, maar blijft een tikje moralistisch: ,,Als ik alles eens op een rijtje zet, zou ik later wel God willen worden. Maar misschien is het handig als ik eerst leer lezen."
Het zijn dus vooral de prenten die dit boek de moeite waard maken. De Chinese illustrator Jiang Hong Chen (ook geschreven als Chen Jianghong) maakte vorig jaar al indruk met zijn vlammend expressieve 'De tijgerprins' (Gottmer). Maar daarin combineerde hij uitbundige vormen en kleuren nog met traditioneel, Chinees aandoend priegelwerk, waardoor het geheel soms wat kitscherig aandeed.

Nu laat Jiang Hong dat helemaal los en dat maakt zijn werk pas echt overweldigend. Het accent ligt op de grote emotie en nauwelijks op detaillering. Een verzengende vlammenzee, in felrood en zwart, is met woeste streek neergezet over twee volle pagina's. Een pagina vol heldere regenboogkleuren die waterig in elkaar overvloeien, drukken geluk uit. Schitterend is ook de tekening waarop de jongen de branding dirigeert. De torenhoge golven rechts, die als schuimende tentakels om zich heen grijpen, zijn vermoedelijk geïnspireerd op de wereldberoemde houtsnede 'De grote golf bij Kanagawa' van Hokusai. Jiang Hongs schilderingen zeggen oneindig veel meer dan het matige verhaal waarbij ze gemaakt zijn. |