 |
Achter bijna elke zin die spraakwaterval Anne Shirley (11) uitspreekt, hoor je een uitroepteken. Het magere weesmeisje met rode vlechten komt eind negentiende eeuw als een wervelstorm het leven van de stille Matthew en Marilla Cuthbert binnen.
Deze ongetrouwde broer en zus op leeftijd hebben een weesjongen besteld om hen te helpen op hun boerderij, het Groene Huis, maar door miscommunicatie krijgen ze Anne. Even overwegen ze haar terug te sturen, maar voor het zover komt, neemt Anne hen voor zich in.
Mark Twain noemde Anne van het Groene Huis uit het gelijknamige (meisjes)boek van de Canadese schrijfster Lucy Maud Montgomery (1874-1942) de most lovable childhood heroine since the immortal Alice. Dat velen het met hem eens zijn, blijkt wel uit het feit dat niet alleen 'Alice in Wonderland', maar ook 'Anne of Green Gables' (1908) ruim honderd jaar na verschijning internationaal nog steeds gelezen wordt.
Het dorp waarop Montgomery Annes fictieve woonplaats Avonlea baseerde - Cavendish op Prince Edward Island - wordt elk jaar overspoeld door Anne-toeristen, onder wie veel Japanners. In Japan is het boek, sinds de vertaling in 1952 verscheen, immens populair.
De eerste Nederlandse vertaling kwam al in 1911 uit, de laatste in 1979, maar die schijnt in het antiquarische circuit veelgevraagd te zijn. Opmerkelijk genoeg heeft de uitgever destijds het eerste Anne-boek (Montgomery schreef er in totaal acht) in twee delen uitgegeven en een hoofdstuk weggelaten. Gisteren verscheen een geheel nieuwe vertaling van 'Anne van het Groene Huis', dit keer compleet en in één band.
Het boek is deze Nederlandse wedergeboorte zeker waard. Hoewel niet elke moderne twaalfjarige zal warmlopen voor de bloemrijke, soms wollige stijl van Montgomery, spreken de lotgevallen en vooral het unieke karakter van Anne nog steeds tot de verbeelding.
Ik vermoed dat 'Anne' het vooral goed zal doen onder veel-lezende meisjes (en jongens) met enige hang naar romantiek en onder Anne-fans van vroeger, die uit jeugdsentiment graag opnieuw een bezoek aan Avonlea brengen. Zoals kinderboekenauteur Anna Woltz, die in het voorwoord bij deze editie zegt dat dit 'lievelingsboek' haar aan het schrijven heeft gebracht.
De ondertoon van het boek is zeker niet altijd licht - aan het eind zal menigeen het niet droog houden - maar Anne maakt wel veel kluchtige voorvallen mee. Zo voert ze haar hartsvriendin Diana per ongeluk dronken, verft ze ongewild haar haren groen en doet ze laxerende wonderolie in plaats van vanille in de taart. Anne's sprankelende persoonlijkheid, waaraan Astrid Lindgren later het personage Pippi Langkous zou hebben ontleend, maakt dat alles heerlijk om te lezen.
Onze Anne is een drama queen, een meisje van grote woorden en theatrale gebaren, die soms aandoenlijk en vaak lachwekkend zijn. Het liefst laat ze haar fantasie de vrije loop en droomt ze weg bij zelfbedachte, romantische verhalen of natuurschoon. "Denk je eens in wat een prachtige plek dat is om te wonen, in de appelbloesem! Stel je voor dat je erin gaat slapen terwijl de wind je heen en weer wiegt. Als ik geen meisje was, zou ik denk ik graag een bij willen zijn en tussen de bloemen willen wonen."
Anne's springerige gedrag steekt prachtig af tegen dat van de norse Marilla, die vastbesloten is haar een fatsoenlijke, christelijke opvoeding te geven. Fantaseren is nonsens, de modieuze pofmouwen waar Anne naar smacht ook en dat geratel van haar kan wel een tandje minder. Tegelijkertijd voel je hoe Marilla - en dat is misschien wel de mooiste ontwikkeling in dit boek - zoetjesaan ontdooit en van Anne gaat houden. Uiteindelijk biecht ze aan haar broer op dat het weesmeisje niet alleen hén nodig had: "Ik vermoed dat de Almachtige zag dat wij háár nodig hadden."
Gaandeweg wordt Anne ouder en rustiger en probeert ze een deugdzaam meisje te zijn. Toch is ze voor haar tijd een opvallend sterk en in zekere zin feministisch personage. Ze laat bepaald niet over zich heen lopen. Zo slaat ze een lei kapot op het hoofd van klasgenoot Gilbert, die haar 'vuurtoren' noemt. En tegen de heersende opvattingen in meent Anne dat vrouwen prima dominee kunnen zijn en vindt ze het 'verrukkelijk' om ambities te hebben en te streven naar een universitaire studie.
Anne geniet gretig, vol overgave van het leven. "Ik heb medelijden met de mensen die nog niet geboren zijn", zegt ze op een prachtige dag. Wellicht heeft Montgomery op papier gecompenseerd wat ze in het echte leven heeft gemist. Na de vroege dood van haar moeder werd ze bij haar grootouders ondergebracht en had daar een moeilijke jeugd. In de liefde ging het haar ook niet voor de wind. De dominee met wie ze drie zoons kreeg, van wie één dood geboren werd, leed jarenlang aan een psychische stoornis, zelf worstelde ze met depressies.
In 2008 onthulde haar kleindochter dat Montgomery geen natuurlijke dood is gestorven, maar zelfmoord pleegde. In haar artikel daarover haalt ze een uitspraak van Anne aan, waarin we misschien wel meer de schrijfster dan haar personage horen: "Mijn leven is een volmaakt kerkhof vol begraven verwachtingen."
L.M. Montgomery: Anne van het Groene Huis (Anne of Green Gables). Vert. Hannie Tijman. Voorwoord: Anna Woltz. Karmijn, 343 blz. euro 17,95. Vanaf 12 jaar.
|