 |
Drie grote rotjongens hebben de hut van Bruno en Arthur kapotgemaakt. Bruno (jaar of acht) zint op wraak. ’s Nachts trekt hij er op uit, vermomd als superheld ‘Bruino’ en gewapend met een pot bruine verf, om de fiets van één van de pestkoppen te schilderen. Maar daarmee zijn de problemen nog niet opgelost. Een paar nachten later krijgt Bruino onverwacht hulp van nóg een superheld: Zwarthur.
Zo lijkt ‘Bruno wordt een superheld’, bekroond als beste Noorse kinderboek van het jaar, misschien het zoveelste vlotte avontuur voor achtjarigen. Maar als je zorgvuldig leest, merk je hoe goed schrijver Håkon Øvreås het verhaal, de personages en zijn eenvoudige zinnen heeft doordacht.
De kinderen zijn levensecht, ontroerend én grappig in hun manier van denken en praten. Als Bruno bijvoorbeeld vertelt dat zijn opa is doodgegaan, antwoordt opschepper Arthur droogjes “Oké” en begint een verhaal over zijn eigen opa die veel spectaculairder aan zijn einde is gekomen dan die van Bruno.
Heel anders dan Bruno’s vader, die steeds bezorgd aan hem vraagt of het wel goed met hem gaat. ‘Prima’, zegt Bruno steevast, en ergens ís dat ook zo. Hij verwerkt het verlies van opa gewoon anders dan zijn huilende moeder. Tijdens zijn nachtelijke missies, komt hij opa geregeld tegen. Als Bruno wil weten hoe het kan dat hij dood is en toch buiten op een steen zit, antwoordt opa gevat: “Kijk naar jezelf. Lig jij niet eigenlijk te slapen?”
Hilarisch zijn de gesprekken waarin de kinderen het over hun alterego’s hebben, maar niet aan elkaar willen toegeven dat zíj het zijn. “Ik geloof dat ik heb gehoord dat degene die bruin verft Bruino heet”, zegt Bruno. “Degene die zwart verft”, zegt Arthur, ‘die heet blijkbaar Zwarthur.” Louise wil weten of er nog meer superhelden bij kunnen. “‘Als jij superhelden kent, dan kun je ze misschien waarschuwen.’ Louise knikte ernstig.” Die nacht duikt plots Blouise op.
Øvreås legt meer in het verhaal dan je op het eerste oog vermoedt: het gaat over dapperheid, voor jezelf opkomen, over vriendschap, maar ook over de dood en afscheid nemen. De vele kleurenillustraties ondersteunen het verhaal perfect: ze hebben vaak iets komisch, maar tonen in de gezichtsuitdrukkingen de onderliggende emoties.
Håkon Øvreås: Bruno wordt een superheld. Ill. Øyvind Torseter. Vertaald uit het Noors door Edward van de Vendel. Querido, Amsterdam. 139 blz. € 14,99. Vanaf 8 jaar.
|