 |
In zijn bureaula bewaart Valentijn (10) een stam indianenpoppetjes en vanaf een muurschildering in zijn slaapkamer kijkt het moedige indianenopperhoofd Sitting Bull hem aan. De onzekere jongen put kracht uit hun ‘aanwezigheid’. Valentijn baalt dus behoorlijk als hij zijn veilige kamer, zijn reservaatje, moet afstaan aan zijn dementerende oma, die bij hen intrekt in afwachting van een plek in een verzorgingstehuis.
Op geraffineerde wijze laat Geus zien wat die gebeurtenis met de verhoudingen in het gezin doet. Vooral de rol van Valentijns pinnige moeder is goed getroffen. Het is een vrouw die er prat op gaat dat ze het zwaar heeft: ,,Van mama moesten [mijn kleren] na een dag al in de was, omdat ze dan tegen anderen kon zeggen dat ze elke dag moest wassen. En daarna mocht ze diep zuchten.”
Ze is haar schoonmoeder liever kwijt dan rijk en laat geen kans onbenut om dat duidelijk te maken. Bovendien behandelt ze niet alleen Valentijn, maar ook oma als een kind (,,‘Douchen!’ zei ze en wees naar oma.” / ,,En nu slapen jullie!”), waardoor zij subtiel eenzelfde status krijgen en naar elkaar toe trekken.
Aanvankelijk gaat dat aarzelend, omdat oma soms vreemd doet en ‘lijkt op een kalkoen’ met een gezicht dat ‘nodig gestreken moet worden’ en een kunstgebit dat klappert ‘alsof ze op stenen kauwt’. Maar tijdens haar heldere momenten kan Valentijn goed met haar praten. Hij ontdekt dat ze zich alleen voelt en vaak nachtmerries heeft. Hij besluit het inschrijfformulier voor het tehuis, dat hij moest posten, weg te maken. In plaats daarvan sluit hij een verbond met oma en proberen ze elkaar van hun angsten af te helpen.
Hoewel het verhaal psychologisch goed in elkaar steekt en regelmatig ontroert, laat de spanningsboog te wensen over. Geus neemt erg lang de tijd om de gezinssituatie te schetsen en herhaalt te vaak de scènes: thuiskomen uit school, spelletje met oma doen, naar bed gaan en een goed gesprek.
Een te groot deel van het verhaal speelt zich daardoor af in het beperkte en tikje saaie decor van de flat. Spannende actie volgt pas op driekwart van het boek, als Valentijn zijn oma meeneemt op het schoolreisje waar hij zo tegenop ziet en haar kwijtraakt. Of oma uiteindelijk in een tehuis terechtkomt, laat Geus aan de lezer, maar duidelijk is wel dat ze er een vriend bij heeft. ,,‘Weet je, oma,’ zei ik, ‘we horen bij elkaar, net als de indianen. We zijn een stam.”
Mireille Geus: De ogen van Sitting Bull. Lemniscaat, Rotterdam. ISBN 9789047703884; 127 blz. €14,95. Vanaf 10 jaar.
Lees ook de recensies over andere boeken van Mireille Geus:
Er staat ook een interview met Mireille Geus op deze website. |