 |
In het zwembad is Dissus het doelwit van 'de jongens met de kettinkjes/ en een paar/ met okselhaar'. Ze noemen hem 'spriet' en 'niemand'. Hij vlucht naar de wc, zit 'te rillen op de koude bril' en droomt ervan de held van het verhaal te zijn. Op Jan Jutte's tekening zien we wat er in de wanden van het wc-hokje is gekrast: een schip, een sirene en het woord Ithaka.
Wie de Griekse mythologie kent, denkt nu meteen aan Odysseus, die na de Trojaanse oorlog tien jaar onderweg was voor hij op zijn eiland Ithaka terugkeerde. Een vergelijkbare tocht staat Dissus te wachten als een storm de bus naar huis optilt en ver weg weer neerkwakt. Hij grijpt zijn kans om een held te worden en neemt de leiding. Zijn vriendjes volgen.
Zo begint dit moderne heldendicht, meesterlijk opgeschreven in een melodieuze spreektaal vol alliteratie en rijm en met een prettig voortstuwend ritme. Humorvol adopteert Simon van der Geest elementen uit de Odyssee van Homerus en verwerkt die in de reis door een eigentijds, Hollands landschap.
Cycloop Polyphemos is in dit verhaal een eenogige boer, die de jongens opsluit in zijn schapenstal. Dissus gooit een dartpijl in zijn oog en ze weten te ontsnappen. De verleidelijke Kirke tovert de jongens met cola om tot varkens en met sinas weer terug tot jongens. Zeemonster Skylla is hier getransformeerd tot kraanmachine 'Skylla 2000' en het zijn niet de Laistrygonen, mensetende reuzen, die de jongens belagen, maar mannen in donkergroene regenpakken, met hengels en koelboxen. Bij elke hindernis sneuvelt er een vriend van Dissus, als in een luguber aftelvers.
De taal van Simon van der Geest, die vorig jaar debuteerde met het kinderboek 'Geel gras', komt hier tot volle bloei. In het grote vers staan prachtige minigedichtjes die vaak stilstaan bij emoties, zoals deze over gemis: "De boot was te vol/ en toch ook te leeg/ (Met Frits in je boot/ zat je ook altijd krap/ Soms zeiden we Bolle/ maar dat was voor de grap)/ De boot was te vol/ en toch ook te leeg."
Als Dissus eindelijk (na jaren?) thuiskomt, blijken zijn ouders een monsterlijke hond te hebben, die ook Dissus heet. De jongen is vervangen, zoals Odysseus door de aanbidders van zijn vrouw Penelope. Maar Dissus is onderweg een nieuwe Dissus geworden: geen niemand, maar een held. Dus rekent hij af met het beest en in één moeite door met die zwembadjongens.
Op 4 oktober 2011 werd 'Dissus' bekroond met de Gouden Griffel.
Lees ook de recensies over andere boeken van Simon van der Geest:
|