 | Liz is vijftien - en dood. ,,Ik ben een meisje dat een keer vergat naar links en rechts te kijken, voordat ze de straat overstak...", zegt ze. Over het algemeen kunnen overledenen hun eigen dood niet navertellen. Maar in het hiernamaals, waar Liz terecht komt, is ze geen uitzondering.
'Ergens', het veelbelovende debuut van Gabrielle Zevin, verzandt gelukkig niet in zweverig geneuzel over geesten, hoewel het thema zich daarvoor leent. Nuchter en humoristisch beschrijft Zevin een dodenrijk dat zoveel lijkt op de aarde, dat ook sceptici in het verhaal kunnen meegaan.
Twee verschillen zijn er wel met aarde: in Ergens kunnen dieren praten en worden mensen niet ouder, maar steeds jónger. Als ze uiteindelijk weer baby zijn, gaan ze terug naar de aarde voor een wedergeboorte.
Als Liz van deze verjonging hoort, is ze vreselijk verdrietig, want nu zal ze nooit zestien worden, geen rijexamen doen, niet gaan studeren en geen verkering krijgen!
Ze hunkert naar haar oude leven, raakt verslaafd aan de speciale verrekijkers waarmee ze haar ouders en broertje kan bespieden en probeert zelfs met ze in contact te komen. Maar dan komt ze Owen tegen en blijkt de dood minder voorspelbaar dan Liz had verwacht.
'Ergens' is een origineel boek, maar het blijft teveel aan de oppervlakte. De filosofische vragen die er een belangrijk en diepgravend verhaal van hadden kunnen maken, stelt Zevin niet. Waarom mogen mensen op aarde niet van het bestaan van Ergens weten? Waarom is God in Ergens een even groot mysterie als op aarde? Wat is de zín van de dood als je toch min of meer verder leeft? En hoe zit het met de hel?
Uiteindelijk bevredigt 'Ergens' dus niet, al blijft het fascinerend om te lezen over het wonderlijk omgekeerde rouwproces dat Liz doormaakt. |