 | Guus Kuijer maakte naam als schepper van de vrolijke meiden Madelief, Tin Toeval en Polleke. Twee jaar geleden liet hij zich van een andere kant zien met de indringende kinderroman 'Het boek van alle dingen'. Geen bijdehand grietje, maar een peinzende jongen speelt daarin de hoofdrol.
'Florian Knol' gaat opnieuw over een serieuze knul. Florian is tien jaar en dat vindt hij een ramp. 'Ik ben verdwaald in mijn eigen leven', zegt Florian. Hij weet wel veel, maar niet wie hij precies wil zijn.
Op een dag gaat er een huismus op zijn vuurrode haar zitten. Dat ontroert het rijzige meisje Katja: 'Nu weet ik het zeker', zegt ze. 'Florian? Wil je verkering met mij?' Florian is daar nog niet aan toe, maar wil wel vrienden zijn. Samen met Katja komt hij de demente mevrouw Raaphorst tegen. Florians huismus zit ook graag op háár hoofd! Maar ze hebben meer gemeen: ze zijn allebei op hun eigen manier verdwaald. Mevrouw Raaphorst is de weg kwijt en Florian heeft de weg nog niet gevonden.
De vriendschap die tussen de kinderen en 'oma' ontstaat is ontroerend, maar krijgt van Kuijer te weinig ruimte om echt te beklijven. Dat geldt ook voor de verliefdheid tussen Florian en Katja, die zich al snel ontwikkelt tot een bijzaak. Florians gepieker over zijn verdwaalde ziel overheerst het verhaal, maar lost op in een erg gekunstelde ontknoping.
Het is de verpakking die de onvoldoende uitgewerkte inhoud toch aantrekkelijk maakt. Kuijer blijft een taalcharmeur. Maar dat neemt niet weg dat hij in 'Florian Knol' kansen heeft laten liggen om er net zo'n doorwrocht en evenwichtig verhaal van te maken als 'Het boek van alle dingen'. |