.gif) |
Oppervlakkige ploerten zijn er al genoeg, vindt Lucy. Jongens zoals Ed, die op de eerste date meteen naar je kont grijpen. Ze heeft hem meteen een gebroken neus geslagen.
Lucy zoekt een jongen die net als zij van kunst en poëzie houdt. Ze weet bijna zeker dat de mysterieuze graffitikunstenaar Shadow, wiens muurschilderingen door de hele stad te zien zijn, zo’n jongen is. Ze moet en zal er achterkomen wie hij is. Een avond stappen met haar vriendinnen mondt uit in een nachtelijke zoektocht naar Shadow. Ondanks Lucy’s gemengde gevoelens is ook Ed van de partij. Maar wat Lucy niet weet, is dat hij Shadow is.
Dat het verhaal afwisselend wordt verteld door Lucy en Ed en sommige scènes twee keer vanuit een ander standpunt voorbij komen, verhoogt de spanning. Bovendien zindert het tussen die twee, ze voelen zich steeds meer tot elkaar aangetrokken. De lezer weet intussen wat Ed verbergt, maar waarom hij dat doet? Aanvankelijk om zijn alter ego een geheimzinnig aura te geven, zo lijkt het.
Langzamerhand geeft Crowley meer van haar personages prijs en wordt duidelijk dat Ed alleen als Shadow zijn echte gevoelens laat zien, zijn kwetsbare binnenwereld op de muur spuit, en dat wil afschermen. Hij is niet de kunstenaar waarover Lucy fantaseert, maar een dyslectische jongen, van school getrapt, werkloos. Die nacht dwingt Lucy hem in meerdere opzichten op zoek te gaan naar zichzelf.
Ook de andere jongeren krijgen gaandeweg mooi profiel: Lucy zelf wacht met gemengde gevoelens de scheiding van haar ouders af en schept haar eigen wereld in glasblaaskunst (‘ik wilde dat de wereld van glas was’), Leo verwerkt zijn problemen in gedichten (‘iedereen die dat niet trekt, kan de pot op’).
Soms komt hun liefde voor de kunst dweperig over, trekken ze zich te gretig op aan de symbolen van ontwikkelde volwassenen. Maar dat maakt hen eigenlijk alleen maar levensechter, omdat ze op andere momenten doodgewone, onhandige, zoekende, flirtende tieners zijn.
Bovendien wisselt Crowley haar bespiegelingen over kunst en ingewikkelde emoties af met spitse, bijdehante dialogen. Bijvoorbeeld als Lucy iets met haar vriendinnen wil bespreken, zonder de jongens erbij: ,,‘Ik moet naar de wc.’ Ik pak Jazz bij haar schouder. ‘Ik heb het gevoel dat jij ook moet.’ ‘Moet ik ook?’ vraagt Daisy. ‘Tuurlijk.’” Dat brengt lucht in dit serieuze liefdesverhaal.
Cath Crowley: Graffiti Moon.Vertaald uit het Engels door Michèle Bernard. Moon, Amsterdam. ISBN 9789048811663; 223 blz. € 15,95. Vanaf 14 jaar.
|