Al sinds zijn bekroonde debuut 'Ruik eens wat ik zeg' (Querido, 2003), over de taal van planten en dieren, geldt Jan Paul Schutten als één van de belangrijkste Nederlandse jeugdauteurs van non-fictie.
Dat zijn naamsbekendheid desondanks gering is, ligt er vermoedelijk aan dat zijn profiel voor de meeste lezers nogal vaag blijft. Schutten schrijft over zeer uiteenlopende thema's, anders dan bijvoorbeeld Bibi Dumon Tak, wier boeken meestal over dieren gaan. Ook publiceerde hij de laatste jaren bij zoveel verschillende uitgeverijen dat hij nergens echt naam heeft kunnen maken. Zijn populairste weetjesboeken 'Daar komen de Romeinen', 'Topgeheim (niet openen)' en het recente 'Speuren naar sporen' kwamen bovendien uit in de lollige reeks 'Fantastische Feiten' van Kluitman. De vormgeving en naam van die serie zijn bekend, de auteurs ervan nauwelijks.
Het uitstekend verzorgde 'Kinderen van Amsterdam' kan Schuttens doorbraak betekenen. Het vertelt, aan de hand van levensverhalen van kinderen die echt hebben bestaan, de geschiedenis (1170-1945) van Amsterdam. Die originele insteek laat meteen zien waaróm Schutten tot de beste non-fictieauteurs gerekend kan worden. Hij weet de taaiste onderwerpen voor kinderen toegankelijk te maken.
Elk hoofdstuk wordt ingeleid door een gedetailleerde strip van tekenaar Paul Teng, waarin de kinderen van Amsterdam in historisch decor worden voorgesteld. Zoals Jansje, die met haar ouders na de storm van 1170 een huisje bouwt op een smalle strook land in de Amstel. Of Titus van Rhijn, zoon van Rembrandt. Vervolgens grasduint Schutten in grote lijnen door de geschiedenis van 'hun' eeuw. Hij vertelt in heldere taal hoe Amsterdam nog een weelderig natuurgebied was in de tijd dat Parijs en zelfs Utrecht al behoorlijke steden waren. En hoe de stad veranderde van bedevaartsoord tot handels- en immigrantenstad.
Smaakmakers in het boek zijn de vele eigenaardige wetenswaardigheden over de levenswijze van de historische Amsterdammers. Zo lees je dat schoolkinderen in de zeventiende eeuw gewoon middenin de klas op het 'stilletje' hun behoefte moesten doen en dat de van oorsprong Franse Koning Lodewijk Napoleon zichzelf in een toespraak geen 'koning' maar 'konijn' van Holland noemde. Dat zijn nog eens hilarische geschiedenislesjes!
Historici zullen 'Kinderen van Amsterdam' ongetwijfeld onvolledig, kort door de bocht en te anekdotisch vinden. Dat is het vaak ook. Maar dit enthousiasmerende boek betrekt kinderen, meer dan veel schoolboeken, wél bij de geschiedenis van onze hoofdstad.
Update: In oktober 2008 werd dit boek bekroond met de Gouden Griffel.
Jan Paul Schutten: Kinderen van Amsterdam. Ill. Paul Teng. Gottmer, Haarlem. ISBN 9789046802502; 175 blz. € 14,95. Vanaf 10 jaar.
Lees ook de recensies over andere boeken van Jan Paul Schutten: