 |
Koning Koen gaat drakenvechten. Met een papieren kroon op en gewapend met een houten zwaard trekt de peuter ten strijde, in gezelschap van Joris en de kleine Casper, een ridder in een rompertje, die onderwijl op zijn speen blijft sabbelen.
De Britse illustratrice Helen Oxenbury zet het drietal vertederend neer: Koen is in al zijn gebaren duidelijk de leider, Joris een hulpvaardige metgezel en kleine Casper hobbelt overal met een dikke luierkont achteraan.
Net als in haar onvergetelijke prentenboek ‘Wij gaan op berenjacht’ (1989, tekst: Michael Rosen), wisselt ze schetsmatige zwart-wit illustraties af met pastelkleurige aquarellen, waarin ze opvallend knap schaduw en schemering arceert. Die techniek herinnert overigens ook aan andere klassiekers: Maurice Sendaks ‘Max en de Maximonsters’ en Jenny Wagners ‘Borre en de nachtzwarte kat’. Er hangt daardoor een lichte nostalgie over dit prentenboek, maar Oxenbury’s stijl spreekt desondanks nog steeds aan.
De jongens bouwen een fort van een oude doos, een lapjesdeken en wat stokken en Oxenbury laat prachtig zien hoe ze daar volledig in opgaan. Je ziet ze in volle tevredenheid aanrommelen en je weet: zo speelde ik zelf vroeger ook.
Maar is dat wel spannend genoeg? Ja, dankzij de draken en monsters waar de jongens het in hun fantasie tegenop nemen. ‘Casper, Joris en koning Koen/ slaan en hakken erop los,/ totdat alle monsters vluchten/ en verdwijnen in het bos’, rijmt de soepele vertaling in niet mis te verstane taal. Fijn voor peuterjongens: in dit boek wordt lekker gehakt.
Terwijl Koen en Joris ‘waaahhh’ brullend op de monsters afstormen, zorgt Casper weer voor de komische noot: nieuwsgierig peurt hij met een stokje in een drakenstaart en speelt hij met een gevorkte slangentong.
Dan moeten Joris en Casper naar bed en blijft Koning Koen alleen achter in zijn tent. Opeens blijkt deze onverschrokken drakendoder toch iets minder dapper dan we dachten. Hij hoort geritsel, het roepen van een uil en: ‘Dan ineens ziet koning Koen/ iets hééél groots op het tuinpad staan./’Papa, mama! Help me!’ roept hij./ ‘Anders ga ik er nog aan!’.
Uiteindelijk belandt Koen veilig en moegespeeld in bed, dus lezers kunnen met een gerust hart zijn voorbeeld volgen.
Peter Bently: Koning Koen en de Draak. Vertaald uit het Engels door Maria van Donkelaar. De Vier Windstreken, Rijswijk. 32 blz. € 14,95. Vanaf 3 jaar.
|