 |
Dit is een korte bespreking uit de rubriek 'Beeldboek' in Letter & Geest.
Wat hebben de melkslang, de keizerbaars en de vuurwants met elkaar gemeen? Ze horen tot de zoölogische familie van de ‘tomaatroden’. Althans, in de rangschikking van de Zwitserse grafisch ontwerpster en illustratrice Adrienne Barman (1979). Zij maakte een nagenoeg tekstloze dierenencyclopedie waarin ze het dierenrijk op een verrassende manier opnieuw indeelt. Niet alleen op uiterlijk (de ‘stekeligen’ en de ‘gespikkelden’), maar ook op eigenschappen: de golfrog en de wandelende tak horen bijvoorbeeld bij de ‘verstoppers’. Of karakter: de ‘familiegekken’, de ‘venijnigen’. Onze huisdieren vallen onder de ‘getemden’ en er is – heel geestig – zelfs een rubriek voor de ‘fabelachtigen’, met een eenhoorn en een draak. De dieren hebben de prachtigste namen, maar veel meer informatie staat er niet bij. Soms is dat jammer: bij de ‘allerkleinsten’ zou je best willen weten hóé klein die smaragdkeelkolibri of dwerggekko precies zijn. Maar er valt genoeg te genieten van de stripachtige tekeningen: fris van kleur en compositie en vol humoristische details. De ‘springers’, zoals de kangoeroe en de Atlantische zalm, springen half buiten beeld: je ziet alleen poten en een staartvin. Bij de ‘grote verleiders’ laat Barman de lokroepen als fuchsia roze strepen uit hun bekken stralen. En let ook op de blikken: de dieren loeren naar elkaar, kijken dwaas of gemeen en de ‘bedreigden’, zoals de reuzenpanda en de blobvis (ja, die bestaat) kunnen hun tranen maar nauwelijks bedwingen.
Adrienne Barman: Vreemde vogels, bizarre beesten. Vertaald uit het Frans door Bibi Dumon Tak. Querido, Amsterdam. 216 blz. € 22,50. Vanaf 5 jaar.
|